Dag 14: Vrijdag 1 oktober 2004


Reisroute: Salt Lake City – Bingham Canyon Mine – Cedar City

Vandaag slapen we weer lekker uit, het is tenslotte vakantie! Dan douchen, aankleden en koffers verzamelen en dan gaan we weer op pad. We checken uit maar laten de auto nog even in de parkeergarage staan. We willen namelijk eerst naar de Cathedral de la Madeleine, en dat is maar een paar honderd meter van het hotel vandaan. Dit is een eenvoudig kerkje, maar wel erg licht en kleurrijk. Dat maakt het ook zo mooi! Bovendien staat in deze kerk een heel aparte doopfont, zeer de moeite waard.



Zo, dat was weer genoeg cultuur voor vandaag! We gaan verder waar we gisteren zijn gebleven: shoppen. We krijgen er duidelijk geen genoeg van! We rijden eerst naar Trolley Square. Hier waren we gisterenavond ook al, toen hebben we gegeten bij Hardrock Café. Nu gaan we het winkelcentrum verkennen. Het is klein, maar wel leuk aangelegd in een voormalige tramfabriek. Sfeervol en gezellig.



Daarna rijden we naar Sandy, een klein plaatsje ten zuiden van SLC. Hier hebben we de Quilt Bear Shop opgezocht, maar dat is niet wat we ervan verwachtten. Het lijkt op de Treasure Crafts Mall, maar in onze ogen minder mooi. Daarna bezoeken we hier nog een shopping mall, de South Towne, maar ook die biedt ons weinig nieuws. Als laatste zoeken we dan nog een gespecialiseerd scrapbookwinkel op, zodat ik me nog 1 keer kan uitleven. In deze winkel zijn heel veel voorbeelden (layouts) uitgewerkt in een schilderijlijst en opgehangen, en die mag ik zowaar fotograferen (om als idee te dienen!). Het is een leuke winkel, en ik vind er weer heel veel leuke dingen. Maar dan gaan we afkicken, we hebben nu wel genoeg gewinkeld, het is weer tijd voor iets anders.

Ten zuidwesten van SLC ligt de Kennecott Copper Mine, “The largest Open Pit mine in the World”, “One of only 2 man made objects on earth to be seen from the Universe” (de andere is de Chinese Muur). Deze mijn willen we graag met een bezoekje vereren, we hebben op National Geographic Channel ooit een documentaire hierover gezien, en het lijkt ons reuze interessant. Het is uiteindelijk nog best een lange rit, vooral ook omdat we even moeten zoeken. Er is een straat afgesloten vanwege wegwerkzaamheden en er is geen omleiding. Handig….. maar niet heus. We houden vol, en uiteindelijk komen we er toch.

Bij de ingang van de mijn moeten we $4 entree betalen, die, zo lezen we later, wordt gebruikt om lokale liefdadigheidsdoelen te steunen. Je moet een bezoekerspasje duidelijk zichtbaar aan de spiegel hangen en dan mag je met je eigen auto naar het bezoekerscentrum rijden, dat boven op de berg ligt, aan de rand van de mijn. Onderweg mag je nergens stoppen. Bij het bezoekerscentrum staat een band van een van de enorme vrachtwagens die hier rondrijden om het afgegraven zand uit de mijn te vervoeren. Pas als je daar naast gaat staan, kun je zien hoe groot die trucks zijn. E-N-O-R-M groot! De trucks rijden rond in de mijn die onder het bezoekercentrum ligt, maar door de grote diepte kun je de grootte niet goed inschatten. Indrukwekkend! Het informatiebord vertelt ons dat elke band $20.000 kost, die wil je dus niet hoeven te verwisselen. Er rijden zeker 50 van die grote trucks rond, met elk 4 banden. Een snel rekensommetje leert ons dat dat dus samen 200 banden zijn. $4.000.000 om ze allemaal te vernieuwen!

In het bezoekerscentrum is een soort expositie over de historie van de mijn en je kunt er ook een film kijken die uitlegt wat er in de mijn gebeurt, en hoe de koper wordt gedolven. Het is zeer boeiend, echt een aanrader. Een van de leukste passages in de film is een ingezoomd shot van een mijnwerker in een Amerikaanse Pick-up. Tijdens zijn praatje zoomt de camera steeds verder uit, en uiteindelijk kun je zien dat hij zijn hele pick-up truck gewoon heeft geparkeerd in de shovel van zo’n grote graafmachine. En er passen er nog wel 5 naast……Wat zijn die machines toch reusachtig groot. Erg indrukwekkend! Tijdens de film lijkt het alsof je je bevindt in een donkere bioscoopzaal, maar aan het einde van de film gaan de wanden omhoog en dan heb je een geweldig uitzicht over de mijn. Een wauw-moment, het publiek produceerde een gezamenlijk “ooooooooooooooooooooooh”.



Buiten het bezoekerscentrum kun je ook in de mijn kijken, en je ziet de monstertrucks en de graafmachines bezig om de stukjes berg, die me dynamiet tot ontploffing zijn gebracht, in de grote trucks te laden. Na het zien van de film beseffen we pas dat op deze plek eigenlijk een berg is afgegraven. Wat eerst ettelijke honderden meters de lucht in stak, is nu een diepe put geworden. We vinden het erg leuk om van dichtbij te mogen zien en meemaken, we hadden dit bezoek voor geen goud willen missen!

Het is inmiddels tegen 4 uur ’s middags als we alles hebben gezien en we vervolgen onze reis naar het zuiden. Op de snelweg belanden we al snel in een file, en dat is gezien de tijd niet eens zo gek natuurlijk. In de buurt van een grote stad, we bevinden ons gewoon in de avondspits. Na een half uurtje rijden zijn we nog niet veel opgeschoten en we besluiten in Orem de snelweg te verlaten en te gaan eten bij Applebee’s. Het eten smaakt hier weer als vanouds, zoals we van Applebee’s gewend zijn. Als we zijn uitgegeten rijden we verder, het is dan inmiddels half 6.

Op de snelweg is het nog steeds heel druk en we rijden continu langzaam. Bijna hadden we nog een aanrijding met een boot, dat was even schrikken. We werden tegen de vangrail gedrukt door een grote auto met trailer (en daarop een enorme boot) die onverwachts van rijbaan wisselde. Het gaat net goed….. Pffff…..

Na nog eens 3 kwartier file rijden kunnen we dan eindelijk doorrijden. Als ik er na het eten 1½ uur rijden op het zitten wissel ik met Peter van stoel. File rijden is erg vermoeiend! Er komt ons een heel dreigend donkere lucht tegemoet, die voorspelt weinig goeds. Gelukkig hebben we net op tijd gewisseld, want we krijgen gelijk een enorme regenbui over ons heen. Als we weer een uurtje verder zijn passeren we Cedar City, hier willen we graag overnachten.

Het eerste motel blijkt volgeboekt, net als het tweede. Gelukkig treffen we een heel aardige hotelmedewerker in de overvolle Abbey Inn, die voor ons op zoek gaat naar motel dat wel nog plaats heeft. In de hele stad, blijkt nog welgeteld 1 kamer vrij, in het Stratfort Court Motel, dat hij gelijk voor ons reserveert.Hij vertelt ons dat er een Shakespeare Festival is dit weekend, en daar komen blijkbaar veel mensen op af. Ook in St. George is alles volgeboekt vanwege een marathon en daardoor is het hier ook extra druk. We hebben dus nog mazzel!

Het Stratfort Court Motel is gelukkig een heel mooi motel, met mooie ruime kamers. Het is inmiddels al half 9 ’s avonds als we eindelijk inchecken. We gebruiken nog even het internet in de lobby van het motel en daarna strijken we vermoeid neer op bed. Lekker slapen, morgen gezond weer op!

Geen opmerkingen: